SV | En Jonathan deed zijn mantel af, dien hij aan had, en gaf hem aan David, ook zijn klederen, ja, tot zijn zwaard toe, en tot zijn boog toe, en tot zijn gordel toe. |
WLC | וַיִּתְפַּשֵּׁ֣ט יְהֹונָתָ֗ן אֶֽת־הַמְּעִיל֙ אֲשֶׁ֣ר עָלָ֔יו וַֽיִּתְּנֵ֖הוּ לְדָוִ֑ד וּמַדָּ֕יו וְעַד־חַרְבֹּ֥ו וְעַד־קַשְׁתֹּ֖ו וְעַד־חֲגֹרֹֽו׃ |
Trans. | wayyiṯəpaššēṭ yəhwōnāṯān ’eṯ-hammə‘îl ’ăšer ‘ālāyw wayyitənēhû ləḏāwiḏ ûmadāyw wə‘aḏ-ḥarəbwō wə‘aḏ-qašətwō wə‘aḏ-ḥăḡōrwō: |
En Jonathan deed zijn mantel af, dien hij aan had, en gaf hem aan David, ook zijn klederen, ja, tot zijn zwaard toe, en tot zijn boog toe, en tot zijn gordel toe.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jonathan deed zijn mantel af, dien hij aan had, en gaf hem aan David, ook zijn klederen, ja, tot zijn zwaard toe, en tot zijn boog toe, en tot zijn gordel toe.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!